De gemeente is wettelijk verplicht om haar zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater na te komen. Hoe de gemeente invulling geeft aan de gemeentelijke zorgplichten is vastgelegd in het Integraal Water Keten plan (IWKp) 2024-2028. In gezamenlijkheid met de Leidse Regio is het IWKp 2024-2028 opgesteld en in het eerste kwartaal van het jaar 2024 is deze goedgekeurd door de Raad. Hierbij is afgesproken dat de rioolheffing gedurende de looptijd van het IWKp 2024-2028 jaarlijks met 3,0 procent zal stijgen bovenop de inflatiecorrectie.
Het uitgangspunt is dat de kosten voortkomend uit de zorgplicht voor 100 procent worden gedekt uit de rioolheffing. Het kostendekkingsplan uit het IWKp 2024-2028 is verwerkt in de begroting 2025. Over de toekomstige financiële gevolgen als gevolg van noodzakelijke investeringen en het effect op de kostendekkendheid kan op dit moment nog niets gezegd worden.
Berekening kostendekkendheid rioolheffing | |||
Kosten taakveld(en) incl. omslagrente | 2.160.000 | ||
---|---|---|---|
Netto kosten taakveld(en) | 2.160.000 | ||
Toe te rekenen kosten: | 524.000 | ||
Totaal toerekenbare kosten | 814.000 | ||
Totale kosten | 2.974.000 | ||
Totale opbrengsten | 2.974.000 | ||
Kostendekkendheid | 100% |
Tarieven rioolheffing en beleidskeuzes
Een groot deel van de kosten hangt samen met het in stand houden van het rioolstelsel, terwijl slechts een beperkt deel van de kosten samenhangt met de mate van gebruik van de riolering. Omdat er mede hierdoor nauwelijks onderscheid te maken is naar individualiseerbaar profijt hanteert de gemeente Voorschoten een vast tarief voor percelen met een drinkwateraansluiting. Percelen met een drinkwateraansluiting hebben vrijwel altijd een afvoer op het rioolstelsel, waardoor de belastingplichtige van dit perceel profiteert van het rioolstelsel. Het lage tarief voor percelen zonder drinkwateraansluiting is gebaseerd op het principe dat ook deze percelen baat hebben bij de gemeentelijke waterzorgtaken afvoer hemelwater en beheer grondwaterpeil. Deze percelen profiteren niet, of in mindere mate, van de afvoer van afvalwater. Dit vormt de basis voor het lagere tarief.
Om beter aan te sluiten op de bredere invulling van de gemeentelijke watertaken heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de oude modelverordening vervangen door een nieuw model. Het nieuwe model bevat drie varianten voor het tarief, namelijk naar een vast bedrag, gebaseerd op de WOZ-waarde en naar waterverbruik.
Voor het belastingjaar 2024 is gekozen voor de variant naar een vast bedrag. Deze keuze sloot aan op de tariefstelling voorafgaand aan het belastingjaar 2024. De andere varianten, gebaseerd op WOZ-waarde of waterverbruik, zijn buiten beschouwing gebleven omdat deze factoren geen direct verband hebben met de werkelijke kosten voor het gebruik van de riolering.
Voor de verordening Riool- en waterzorgheffing 2025 wordt de keuze voor deze variant gecontinueerd. Deze keuze sluit aan bij de huidige kostenstructuur en zorgt voor voorspelbare lasten voor de belastingbetalers.
De tarieven 2025 stijgen minimaal ten opzichte van 2024, ondanks de afgesproken stijging in het IWKp 2024-2028. Het tarief voor "Perceel met drinkwateraansluiting" stijgt met 1,0% en het tarief voor "Perceel zonder drinkwateraansluiting" met 0,85%. Deze beperkte stijging heeft ermee te maken dat de grote rioleringsprojecten gefaseerd en vertraagd uitgevoerd worden. Daarnaast zijn ook het aantal aanslag object toegenomen als gevolg van de oplevering van nieuwbouwwoningen en een optimalisatieslag bij de BSGR.
Soort woning/huishouden | Tarief 2024 | Tarief 2025 |
---|---|---|
Perceel met drinkwateraansluiting | € 240,48 | € 243,00 |
Perceel zonder drinkwateraansluiting | € 14,28 | € 14,40 |